De mol leeft van oorsprong in het bos. Hier vindt hij zijn voedsel en heeft hij beschutting. Helaas blijft hij niet altijd in het bos...
Tijd dus om de mol te bestrijden, wij doen dit het hele jaar door.
Ogen
De ogen zijn zeer klein en de oogzenuw bereikt de hersenen niet. Ze hebben dus geen functie.
Oren
De oren van de mol zijn zo klein, dat je ze haast niet ziet. Dit komt doordat het gaatjes zijn, die in zijn vacht verborgen liggen. De ooropeningen kunnen worden afgesloten.
Reuk
De mol kan niet goed ruiken. De neusgaten kunnen ook worden afgesloten.
Tastzintuig
Met een slurfje voor aan de neus tast de mol zijn omgeving af. De trillingen die door de grond worden doorgegeven, worden hiermee waargenomen.
Vochtwaarneming
Met het tastzintuig neemt de mol veranderingen in luchtvochtigheid en temperatuur waar.
Het tastzintuig van de mol is zijn belangrijkste zintuig. Daarnaast heeft de mol een heel goed geheugen.
Hoe groot het territorium van een mol is, ligt aan de hoeveelheid wormen die zich in dit gebied bevinden. Gemiddeld is dit circa 350m2. Een territorium bestaat uit gangen die 'hoofdritten' en 'jachtritten' genoemd worden.
Hoofdrit
Hoofdritten komen voor op rustige plaatsen in het perceel. Meestal is dit langs de rand, slootkant of borderrand. In de hoofdrit zit meestal zijn nest, hier keert hij iedere keer weer terug.
Jachtrit
De jachtrit loopt vanaf de hoofdrit het perceel in. De jachtritten graaft de mol voor het vinden van zijn voedsel. Meerdere malen per dag loopt de mol zijn jachtritten door op zoek naar wormen.
De dieptes van de ritten kunnen variëren van heel oppervlakkig tot wel 75 cm diep. Dit heeft onder andere te maken met de diepte van het grondwater, waarvan de mol ook drinkt.
Molshopen
Een molshoop is grond die de mol losgraaft en omhoog duwt. De molshopen hebben een ventilatiefunctie.
- Hij alleen leeft (solitair)
- Hij vooral regenwormen eet, maar af en toe ook een emelt of engerling
- Hij geen plantenwortels eet
- Hij 5 tot 6 kilo grond per dag verzet
- Per dag 10 tot 15 meter mollenrit maakt
- Hij prima kan zwemmen
- Hij een soort 'opslagkamer' maakt waar hij wormen in op slaat
- Een grote molshoop kan duiden op een nest (april-juni)
- Hij niet van indringers in zijn territorium houdt en deze aanvalt
- Hij circa 115 gram weegt
- De draagtijd ongeveer 5 weken bedraagt
- De jongen rond april-mei geboren worden
- Er meestal 3 tot 5 jongen per worp geboren worden
- Hij boven de grond wel natuurlijke vijanden heeft, zoals de uil, buizerd, wezel, marter etc.
Welke manieren van mollenbestrijding werken niet:
- De molshopen dichtduwen
- Rattengif
- Tuinslang ingraven
- Gebruik van carbid
- Gaas ingraven
- Knoflookteentjes, uien en mottenballen
- Trilapparaat gebruiken
- Rook